Kras in het landschap
Kras
We naderen na een halfuurtje rijden de ingang van de tunnel onder de Col Grand Saint Bernard. Het decor dat we doorkruisen is een monumentaal half amfitheater gevormd door indrukwekkende nog besneeuwde alpenreuzen die majestueus de vallei omringen. Ergens daar beneden zie ik een heel fijn lijntje lopen. Het vertrekt, aan het zicht onttrokken, aan de Col helemaal boven en slingert zich in lange bogen eindeloos naar beneden: de Via Francigena Mijn metgezel en ikzelf staren er zwijgend naar. Vanuit de auto lijkt het slechts een lange maar nietige kras in het landschap. De praatvaar van een taxichauffeur die ons van Aosta in Italië naar Bourg-Saint-Pierre in Zwitserland brengt en al heel de tijd in een quasi onbegrijpelijke mengeling van Italiaans, Frans en Engels dingen probeert te vertellen over een tante in Frankrijk valt ook stil. We beseffen dat we daar eergisteren als kleine stippen in het landschap ook stapten. Pas nu - vanuit een soort van vogelperspectief - als ik zie van waar we kwamen en waar we naar toe gingen, overvalt me het besef hoe twee nietige, eenzame pelgrims toch wel een geweldige prestatie hebben neergezet. Daar lopend leek het, ondanks het genot om in een prachtige settlng te figureren, allemaal nog ver, moeilijk, lastig...ging het soms te traag, duurde het te lang… maar we keken zelden of nooit achterom. We zagen niet wat we al gedaan hadden.
Nu zie ik het letterlijk wel en besef ik het op een overdonderend manier: in drie dagen stapten we vanuit Bourg-Saint-Pierre ruim 50 kilmeter met meer dan 1000 stijgtemeters en 1000 dalende meters naar Aosta. Op de Via Francigena is het mooi om ook eens het hoofd te draaien en te kijken naar wat achter je ligt. Vanuit een ander perspectief zie je een andere schoonheid van dezelfde weg. Soms is het goed om te weten en te koesteren wat er al gerealiseerd is.
Het sneeuwde lichtjes toen we donderdag 22 mei 2025 aankwamen in Bourg-Saint-Pierre. Enkele dagen voordien had ik contact met een broeder van l'Hospice Col du Grand Saint Bernard over de bereikbaarheid. Hij raadde ons aan om het pad te volgen tot even voorbij het stuwmeer en in Bourg-Saint-Bernard de autoweg te nemen die sneeuwvrij en autovrij zou zijn tot de top. Nadat we ons geïnstalleerd hadden in Auberge Les Charmettes Chez Margot, excuseer Les Charmettes zonder Margot want een paar dagen voordien hadden we bericht gekregen dat de naam veranderd was en chez Margot weggevallen was (niet meer charmant? gewoon vertrokken en ingeruild voor iemand anders?), reden we nog even naar Bourg-Saint-Bernard om ons van de situatie ter plaatse te vergewissen. Conpellegrino Il Farmacista (BB uit K) zag het die avond al onmiddellijk zitten om het pad nog een heel stuk verder te volgen dan de broeder mij had aangeraden. Ik twijfelde: enkele weken voordien had ik een oogoperatie gehad omdat mijn netvlies quasi volledig los was gekomen, vorig jaar had ik bij een eerste poging om de Col te bereiken na nauwelijks een kilometer in het centrum van het dorpje moeten opgeven met een scheenbeenbreuk. Behoorlijk gefrustreerd was ik omdat ik de serie etappes die 8 dagen eerder in Lausanne begonnen was, roemloos en met te veel pijn had moeten stoppen door mijn eigen vermeende overmoed. Ik wou dus echt geen risico’s nemen. Aan de blik van Il Farmacista te zien was zijn beslissing echter al gemaakt.
Dat ik met hem dit unieke stuk van de Via Francigena stap is zeer bijzonder. In 2012 waren we met onze beide gezinnen 2 weken in Toscanië (Sinalunga) op familievakantie. Het was toen en in de zalige heuvels rond Montalcino dat ik aan de uitgang van het wijndomein Altesino di Brunello di Moltacino een pijltje vond met een mysterieuze gele pelgrim op die richting Rome aanwees. Nog dezelfde avond zocht ik het internet af en ontdekte de Via Francigena, één van de oudste pelgrimswegen helemaal van Canterbury naar Rome, toen nog maar een jaar of 10 opnieuw in de belangstelling, herontdekt doordat in 990 een aartsbisschop van Canterbury (Sigeric) die zijn pallium ging afhalen bij Paus Johannes XV (soms krijgt die nummer XVI, er waren wat tegenpauzen in die tijd en men raakte de tel kwijt) en zijn terugreis van Rome naar Canterbury minitieus op twee vellen perkament bijhield. Toen een milllenium later zijn schrijfsels in de British Library werden teruggevonden begon het bestuderen van alles over en rond de Via Francigena en waagden ook enkele dapperen het om hem te stappen en een moderne versie die zo goed als mogelijk bij de historische wegen die ooit gebruikt werden, in kaart te brengen. De droom werd die zomer ook bij mij geboren, de kiemen gezaaid en van voedsel voorzien. Ik las alles wat ik er over kon vinden. Sloot aan bij facebookgroepen en als ik ook maar ergens in de buurt van De Weg was maakte ik graag een ommetje om ergens een verwijzing te vinden. Van Koksijde trokken we jaren geleden zelf een paar dagen naar Canterbury om alvast de startplaats eens te gaan bekijken. In mijn hoofd kon ik De Weg al lopen.
Het zou echter nog tot 2019 - na een hectische periode in mijn leven - duren eer ik die queeste naar Rome en naar mezelf eindelijk zou aanvatten.
Mijn metgezel van toen is dat nu opnieuw. "BB uit K" mag hij volgens zichzelf genoemd worden. Hij gaat in dit verhaal graag mee maar wil onder het maaiveld van de openbaarheid blijven. Hij is apotheker maar ook een medicijnman die zijn eigen gin 'ontwierp' met naar eigen zeggen behoorlijk wat kruiden die afrodisiaca zouden zijn. De gin wordt in de retro flessen die je vroeger al eens bij een apotheker zag, verkocht. Omdat ik sinds dit avontuur begon geen alcohol drink hou ik het noodgedwongen bij seldersoep en een paar keer per jaar eens een paar oesters om de vermeende kwaliteit van mijn potentie (ik mag nochtans niet klagen) optimaal te houden. Meer moet dat niet zijn.
ChatGPT suggereerde om de pelgrimsnaam 'BB uit K' te vervangen door PilGin B. of zoiets, maar ik verkies - nu we toch Italië gaan binnenduiken - het frivolere Il Farmacista. Il Farmacista is in hetzelfde dorp opgegroeid als mijn eigen moeder. Dat het moederland gemeenschappelijk is schept een bijkomende band en zorgt in mijn hoofd voor een trip down memory lane: vage, verre herinneringen aan mijn kinderjaren verschijnen aan mijn geestesoog, souvenirs aan de familiebezoeken niet ver van de Vogelenzang waar BB - die ik pas meer dan 30 jaar later leerde kennen - toen woonde. Net als Mijnheer Jan De Wilde trouwens, die woonde daar toen ook, in nummer 5. Vogelenzang 5 is ook de naam van de LP waar de Tom Waits van Lede, later Aaigem, mee doorbrak met daarop de klassieker over de Lente die daar is. Als ik in de lange rit door de Jura richting Zwitserland half ingedommeld raak komen de beelden terug: het huis van grootmoeder in de Broeder De Saedeleerstraat (later de Oude Wichelsesteenweg), , de 4 nonkels en tantes (inclusief mijn ouders) met al de kinderen rond de tafel, witte porto of Ginger Ale en de kleine grootmoeder, mét zoals wij ze noemden, daartussen (grootmoeders waren toen nog mét of in haar geval métteke), frikandon met krieken en cake met net iets te weinig eieren serverend. Het wassen beeld van Maria Zoete Nood Gods met een blauwe mantel aan, onder een glazen stolp en een papieren prentje met een getekende afbeelding van Johannes de XXIII die het allemaal goed bedoelde met die Kerk en zo, hielden alles in de gaten. De beste plaats vooraan waar we nooit mochten komen, het kleine boomgaardje achter het huis en later toen grootmoeder verhuisd was, het tuinpad (zoals in het liedje) van haar huis naar dat van Nonkel Frans en Tante Lieve dat tussen de groensels die daar gekweekt werden liep,... het was een deel van de zondagse bezigheden toendertijd. Met kerstavond speelden we me de neven en nichten in de serres van Nonkel Willy en Tante Jeanne een paar straten verder dan de Vogelenzang... en in mei liepen we de 'beeweg' langs kapelletjes die de 7 smarten die Ons Heer aan Moeder Maria hadden aangedaan, herdachten. We keken naar de Mariaprocessie enkele weken later waar Nonkel Frans trouw een Romeinse soldaat verbeelde, een soldaat met in mijn kinderogen opvallend oranje gekleurde benen en armen...Romeinen waren in mijn kindertijd oranje, of oker van kleur en ze leken allemaal op Nonkel Frans. De devotie van de familie ging ver: in de tuin van grootmoeder lag er zelfs een betonnen vijvertje met geen of heel weinig water in, een rotsachtige oever én een minigrot met een Onze-Lieve-Vrouwbeeld en Bernadette. Een mini-Lourdes waar het vijvertje de rivier de Gave moest voorstellen: fijn gemakkelijk en niet duur (grootmoeder was nogal euh ... zuinig) want het spaarde de reiskosten uit naar het echte Lourdes.
Het regent op de heenweg op een bepaald moment zo hard dat ik mij terug in november 2023 waan, toen ik in de Jura met Shrek en de Boss hier ook stapte. Plots herken ik even vóór Pontarlier de grote kaashoeve met verbruikszaal waar Shrek en ik op positieven kwamen met wat Comté en de beste chocomelk ooit. Shrek en ik besloten daar de bus te nemen voor de laatste kilometers...We stoppen vandaag even voor een foto maar rijden snel weer door.
De eerste avond in Bourg-Saint-Pierre brengen we met een assortiment van vlezekes uit Wallis en een tafel-BBQ met rund, kalf en hinde, door in het restaurant Bivouac Napoleon. Het is hier waar ik vorige zomer sliep na 8 dagen met Lieverd en Copine door Zwitserland gestapt te hebben. Ik kon toen nog nauwelijks op mijn benen staan door wat later een breuk in mijn scheenbeen bleek. Het was er toen gezellig druk. Nu zitten enkel 2 werklieden die in de tunnel herstellingen uitvoeren bij ons in de eetzaal. Ik schreef die zomer epische teksten op social media over Try & Fail, en Fail Better...en ja, het was ook een groot falen, een fake gedoe met Lieverd die mij in het dorp kwam ophalen nadat ik over de eerste kilometer een uur deed, me vervolgens in twintig minuten naar boven reed en vanaf de Col langs het pad een paar honderd meter naar beneden begeleide zodat ik na een uurtje dutten in het alpengras en een telefoontje ("je mag komen, Emiel en Pat en Philippe zijn er om je te zien toekomen") terug naar boven kon stappen. Ik had toen niet gedacht dat ik het opnieuw ging proberen, maar zie...langzaam rijpte de idee om aan de afdaling naar Aosta een extra dag bij te voegen en de beklimming opnieuw te herbeginnen. Nu mét voorbereiding door een kinesist, aangepast schoeisel gemaakt door een podoloog, de laatste weken 3 of 4 staptrainingen per week, een stuk of 12 kg lichter en in het gezelschap van iemand - zo bleek na drie dagen - die met zijn bezorgde aanwezigheid alleen al, voor het nodige zelfvertrouwen zorgde. Het leven kan je niet repeteren en het moet er van de eerste keer boenk op zijn schreef ik hier ooit, maar goed, je kan het inderdaad nooit volledig herdoen, maar bij leven en welzijn: als er een stukje niet gelukt is mag je misschien altijd eens proberen om dat deeltje te herbeginnen: poging II dus… geen Via Francigena zonder zijn letterlijke hoogtepunt: de Col Grand Saint Bernard. Ik ging herbeginnen.
De klim
We zetten vrij vroeg aan op vrijdagmorgen en trekken eerst naar het kerkje in het dorp. Onze jeugd geworteld in het Moederland vol van devotie en toewijding aan de Heilige Maria getrouw branden we kaarsen en kopen een mini houten rozenkrans (1 Onze-Vader en 10 wees-gegroetjes, moeten volstaan om boven te geraken). Achteraan in het kerkje vind ik een stempel om één van de twee laatste vakjes in mijn Credenziale te vullen. Het is stipt 9u00, de tempratuur flirt met het vriespunt, maar de hemel ziet er veelbelovend uit. We zijn vertrokken. Na een eerste bocht met al onmiddellijk een schilderachtig postkaartwaardig uitzicht op de bergen beginnen we aan ... een afdaling.
We zakken richting de rivier Dranse d'Entremont en nadat we die overstaken begon wel degelijk de klim. Het valt allemaal nogal mee. We trekken door vrij hoog gras maar vorderen goed. Het is hier en daar nog wat grijs en mistig maar geleidelijk komen er links en rechts wat blauwe plekken aan de hemel tevoorschijn. Op een bepaald moment wordt de weg een vrij brede gravelweg. Dit ga ik kunnen volhouden...We naderen de stuwdam. Ik schrik van hoe laag het water wel staat in het stuwmeer. Zoals altijd is de afspraak dat, wie ook op kop ligt, er altijd gestopt wordt als we een bar tegenkomen en zeker als die open is. Van een andere metgezel (Copain) kreeg ik de tip om uit te kijken naar een tentje aan de stuwdam waar in een soort pop-up barreke koffie en wat frisdrank te krijgen viel. Ik maak me weinig illusies, Bourg-Saint-Pierre was doods en ik denk niet dat er momenteel veel pelgrims, wandelaars, montainbikers,... laat staan skiërs op dit stukje vertoeven...Maar ziet: net voorbij de stuwdam zien we een witte party-tent, een mobilhome, wat tuinstoelen kris-kras door elkaar...het ziet er verlaten uit tot plots een jong-bejaarde-bebaarde man uit een piepklein tuinhuisje zijn hoofd naar buiten steekt. Hij kan ons voor wat cash koffie, thee of cola slijten. We kappen ons even af en drinken een cola. Op de mobilhome prijkt Pumba van de Lion King die vrolijk Hakuna Matata zingt.
We zetten onze weg verder. Het landschap wordt schraler maar daarom niet minder indrukwekkend. Anderhalf uur verder besluiten we dat we allicht al over halfweg zijn en eten van de meegebrachte sandwiches uit de Colruyt die dagenlang 'vers' blijven. Het beleg is de overschot van de dubbele portie 'Teljoor vleeswaren uit Wallis' die we gisteren in Bivouac Napoleon overmoedig hadden besteld voor bij de aperitief. Geen ZIZ-kaas deze keer.
We hebben even verder de eerste keer de mogelijkheid om de lege autoweg te nemen maar besluiten dat het - de raad van de waardin van de Bivouac indachtig - haalbaar is om nog een pak verder te stappen. We genieten dus verder langs de officiële Via Francigena. Il Farmacista volgt fanatiek en trouw de speciale VF-app en laat regelmatig weten dat "we juist zitten". Het klaart open en ondanks dat ik bijna op automatische piloot stap geniet ik met volle teugen. Prijs de dag niet voor hij ten einde is, maar ik heb het gevoel dat het deze keer gaat lukken. Af en toe kruisen we iemand die naar beneden stapt, zien we in de verte marmotten en zou de weggezel zelfs één of andere gemsachtige berggeit opmerken. Nog herstellend van mijn oogoperatie slaag ik er niet in het beest in mijn blikveld te krijgen.
In een vlakker deel kruist een blonde schoonheid onze weg. Op haar rug draagt ze skiën...Il F. vraagt hoe het pad naar de l'Hospice er bij ligt. Ze kan het niet zeggen want ze is vanaf de Col voornamelijk naar beneden ... geskied. Dat beloofd. We stappen verder en als we opnieuw de autoweg kruisen en zien dat het pad vanaf daar volledig ondergesneeuwd is besluiten we verder op de asfalt te stappen. Het is door de haarspeldbochten een 2 à 3 kilometer verder stappen maar het lijkt ons echt niet haalbaar om nog een stuk of 400 meter meer te klimmen door de ongerepte sneeuw, niet wetend hoe diep we er zullen inzakken en of dat we al dan niet over een door smeltwater uitgehold deel stappen. Het is doodstil op het getik van onze stapstokken op de baan na. De klim pakt op de adem en er wordt niets meer gezegd gedurende lange stukken. We stappen langs metershoge sneeuwmuren; links van ons - waar allicht de officiële Via Francigena volledig ondergesneeuwd ligt - zien we de skisporen van de blonde schoonheid. Voor de rest ligt de sneeuw er onaangeroerd bij.
We stappen l'Hospice binnen, krijgen - op het vierde - een slaapzaal toegewezen en bekomen even op bed. In de piepkleine douche laten we het warme water welkom over ons stromen. Om stipt 19u00 worden we na de vespers in de refter verwacht. We nemen voor de korte gebedsdienst plaats in de kleine crypte onder het barokke kerkje dat hier in de duizend jaar oude Hospice verstopt zit. Eén pater leest wat Franse gebeden voor uit een meer dan duizend pagina's dikke missaal. Hij probeert er de sfeer in te brengen door het licht te dimmen alvorens plots langs een onzichtbare uitgang uit beeld te verdwijnen. We blijven nog even mijmeren en bewonderen het koperen beeld van een stilistische pelgrim die met uitwaaiende mantel en pelgrimsstaf verder stapt.
Eerder schreef ik dat je het leven nooit kan repeteren, dat het een optreden is zonder voorbereiding, we kunnen het niet herstellen en opnieuw en beter beginnen in een volgend leven. Of een beslissing op de lange termijn juist is of niet en wat de gevolgen zouden zijn en of die beter zouden zijn als we iets anders beslist hadden, zullen we wel nooit weten want we hebben geen vergelijking met een ander leven. En toch...je kan altijd een knop omzetten en even resetten. Vorige zomer dacht ik nog dat het dat dus was, de Col bereiken na een stukje toneel door mij met de wagen naar boven te laten brengen en de laatste kilometer afhaspelen (volgens Lieverd de laatste honderd meter). Voor de foto en het publiek toch maar alsof doen. Misschien zou ik in september terug proberen, maar ook daar kwam niets van in huis omdat het gebroken scheenbeen nog herstellende was. Maar uiteindelijk viel deze winter alles in een plooi door met Il Farmacista plannen te maken.
Voor ik in slaap viel wist ik dat ik dan toch maar de juiste beslissing nam om mij niet zo maar neer te leggen bij het falen en te aanvaarden dat het mislukt was, je kan de knop wel degelijk omdraaien, je kan dan toch even terugspoelen naar waar het fout ging en in plaats van een short cut naar het vervolg van het verhaal te nemen, gewoon even het eerste verhaal als een probeersel zien of een levensles en toch herbeginnen. Herman Van Veen zingt het (weliswaar in een andere context) in Liefde van Later:
'We waren jong en niet van steen
En zo hebben we dan toch geleerd
je kunt altijd opnieuw beginnen'
Goeie moed aan iedereen die wil herbeginnen. Het kan. Altijd.
Reacties
Een reactie posten